Vraag naar woning overtreft het aanbod: overbieden geen uitzondering
Verkoop tijdens Coronatijd
De woningmarkt heeft weinig tot niet te lijden gehad onder de coronacrisis. Er is meer boven de vraagprijs verkocht dan ooit tevoren: 52% van alle woningen werd voor meer verkocht dan dat ervoor gevraagd werd. De prijs van de gemiddeld verkochte woning bedraagt € 335.000, dat is 8,8% meer dan een jaar geleden. Het aantal transacties steeg ten opzichte van het eerste kwartaal in 2020 maar daalde licht met bijna 4% in vergelijking met het jaar ervoor. Dit laat NVM weten tijdens de presentatie van de cijfers van het tweede kwartaal.
Het was een kwartaal dat zo goed als geheel in coronatijd plaatsvond. Makelaars en taxateurs hebben hierop snel geanticipeerd. Bezichtigingen vinden al vanaf het begin van de anderhalvemeter-economie plaats met maximaal twee kijkers, met 1,5 meter afstand, deurklinken worden gedesinfecteerd etc. NVM heeft ook vaart gemaakt met het op een betrouwbare manier ondertekenen van contracten. Geldverstrekkers en notarissen accepteren de door NVM ontwikkelde digitale handtekening inmiddels.
Onno Hoes, voorzitter NVM: “Hoewel er in absolute zin minder kopers zijn, blijft men overbieden om de gewenste woning te bemachtigen. Nu er minder belangstelling is van beleggers en expats krijgen starters en doorstromers meer kansen. We merken dat de consument vertrouwen heeft in de veerkracht van de Nederlandse economie; men omarmt de eigen woning en denkt niet op de korte maar op lange termijn”.
Het tweede kwartaal bestaande woningbouw in cijfers
- de NVM-makelaars verkochten ruim 37.600 bestaande koopwoningen;
- er stonden halverwege het 2e kwartaal 2020 slechts 33.500 woningen te koop;
- een potentiële koper kon uit 2,7 woningen kiezen (krapte-indicator), wat betekent dat er sprake is van een zéér krappe markt. In 2020 is de woningmarkt krapper dan ooit eerder deze eeuw;
- er zijn bijna 2% woningen minder te koop gezet;
- de looptijd van verkochte woningen bedraagt 28 dagen;
- de looptijd van de in aanbod staande koopwoningen is 98 dagen. Daarmee staat de te koop staande woning voor het eerst sinds 2002 gemiddeld minder dan 100 dagen te koop.
Makelaars signaleren dat er de laatste maand veel vraag was naar grotere woningen. Het duurdere segment lijkt hiervan te profiteren en dan gaat het vooral om twee-onder-één-kapwoningen en vrijstaande woningen. Deze huizen worden opvallend snel verkocht.
Lana Gerssen, voorzitter vakgroep Wonen: “We merken dat senioren minder makkelijk hun woning te koop zetten, waardoor de doorstroming belemmerd wordt. Ook de verhuur van duurdere woningen loopt wat minder makkelijk, evenals de verkoop van dure appartementen en woningen waar nog veel aan moet gebeuren. Daarnaast merken we dat ondernemers en zzp-ers meer moeite hebben met het verkrijgen van financiering van een nieuwe woning”.
Trek naar platteland
Het gevolg van de coronacrisis is dat er veel thuis wordt gewerkt. Het zou de behoefte hebben opgewekt om landelijker te willen wonen. Weg uit de stad, naar een huis met een tuin en een extra (werk)kamer. NVM heeft die bewering nader onderzocht en concludeert dat corona deze ontwikkeling lijkt te versterken maar deze is niet nieuw.
In provincies als Gelderland, Drenthe en Friesland is weliswaar een lichte stijging te zien van het aantal mensen dat afkomstig is uit de Randstad. Maar deze ontwikkeling is al sinds 2013 gaande. Makelaars geven desgevraagd aan dat er wel meer vraag is naar een extra werkkamer, een balkon of tuin.
Het tweede kwartaal nieuwbouw in cijfers
- er zijn bijna 8% meer nieuwbouwwoningen verkocht door NVM-makelaars dan een jaar eerder namelijk circa 7.200;
- het te koop staande aanbod van nieuwbouwwoningen is afgenomen tot 14.800 (5% meer dan een jaar eerder);
- er zijn 6% meer nieuwbouwwoningen in de verkoop gegaan dan een jaar eerder in dezelfde periode;
- de prijs van de gemiddeld verkochte nieuwbouwwoning is in een jaar tijd met ruim 9% toegenomen tot gemiddeld € 401.000;
- de krapte-indicator is 6,8. Dat is vergelijkbaar met de krapte-indicator van een jaar geleden (2e kwartaal 2019: 7,0) en duidt op een gezonde markt.
De behoefte aan nieuwbouwwoningen blijft ongekend groot: berekeningen van het ministerie van BZK tonen aan dat er jaarlijks zo’n 90.000 woningen bij moeten komen. In de praktijk merken makelaars dat bouw- en vergunningsprocedures te lang duren.
Zo noemt men o.a. de stikstof- en PFAS-problematiek als reden van vertraging. “Een eigen minister van Wonen in een volgend kabinet is van groot belang”, aldus Hoes. “Door de patstelling in de stikstof- en PFAS-dossiers is kostbare tijd verloren gegaan. Het kabinet heeft daar niet adequaat op gereageerd.
Er moet substantieel meer gebouwd worden zodat er vaker goedkopere en bestaande woningen vrij komen. Dit vraagt om stevige regie van met name het Rijk. Het is belangrijk dat gemeenten en provincies gestimuleerd worden om te bouwen in de juiste typen en prijsklassen”.
Bron: (NVM, 2020)